Gedicht Joost van den Vondel – Aen de beurs van Amsterdam

Joost van den Vondel heeft twee gedichten geschreven over de koopmansbeurs die begin 17e eeuw in Amsterdam haar deuren opende: een onvervalste lofzang en een meer kritisch gedicht over de onzekerheid van de aandelenhandel. Wij hebben gekozen om hier het kritische gedicht te publiceren.

AEN DE BEURS VAN AMSTERDAM

Doorluchtigh koopslot, meesterstuck
Van KEIZER1, die ons Koopgeluck
Aen uw gerief zoo dier verplichte,
Wat geest heeft uwen naem bedocht?
Spruit die van ’t velt, dat Dido2 kocht,
Toen zij haer hof en Koopstat stichte?

Of heeft de Beurs dien naem Gebaert,
De Beurs, die ’t gelt met zorgh bewaert?
Zoo blijf de Zedigheit bevolen:
Want schepen brieven, gelt en goet,
En Beursgeloof is eb en vloet.
De Beurs wort om haer gelt bestolen:

En wat ’s een geldelooze Beurs?
Een koopmans gasthuis vol getreurs.
De Beurs heeft oock haer Martelaren.
De winst verandert met den wint.
D’een mist het geen een ander vint.
‘T is kunst te winnen en bewaren.

Uw wissel draeft vast op en neêr.
Dat postpaert maeckt wel knecht van heer,
En Reinout3 kan het schaers berijden.
Het slaet dan voor dan achter uit,
En van  ter zijde; en wort gestuit
Met smert; dies pas zijn hoef te mijden.

Verzekert ghij het zeegevaer;
Wat borgh zal uw verzekeraer
Verzeeckren van uw scha  te boeten,
Daer ’t grimmelt van onzekerheên?
De terling geeft u zes, of een …
Wie weet wat kans u zal gemoeten?

Daer nu de zuil ’t gewelfsel stut,
Doock eertijts, in zijn rieten hut
De visscher, die met list van fuicken
Den gaeuwsten Aemstelvisch bedroogh
Daer Koopliên, onder uwen boogh,
Nu zon, nu regenbuy ontduicken.

Mistrouw dan vrij uw Koopfortuin.
Karthago4 leit bestulpt met puin,
En waer is Tijrus5? waer de muren
Van Sidon, en zijn koopmansstraet?
Het Beursgeluk dat komt, en gaet.
‘T geluck kan zelden steen verduren.

BEURSKNECHT6

Schilderij van de beurs van Amsterdam in vol bedrijf in 1653.
Schilderij van de handelsbeurs in Amsterdam in 1653 door de Amsterdamse schilder Emanuel de Witte (1617 – 1692).

Bronvermelding:
Bovenstaande gedicht van Joost van den Vondel hebben wij overgenomen uit:
Joost van den Vondel, 1970, Bloemlezing uit Vondels Lyriek, Zutphen: B.V. W.J. Thieme & Cie


AANMELDEN NIEUWSBRIEF


GEDICHTENBUNDELS


1. Hendrik de Keyzer was in het begin van de 17e eeuw stadsbouwmeester in Amsterdam. De bouw van de Amsterdamse beurs stond onder zijn leiding.

2. Dido is een koningin uit de klassieke mythologie. In de mythologie is zij bekend als de stichter van Carthago. Nadat zij was gevlucht uit Tyrus, kwam zij op een gegeven moment terecht in een gebied aan de Noord Afrikaanse kust. Van de koning die destijds over dat gebied heerste, mocht zij een stuk land in bezit nemen dat zo groot was als zij met een runderhuid kon omtrekken. Door de runderhuid eerst in smalle repen te snijden, kon zij een aanzienlijke stuk land omsluiten.

3. Reinout is een karakter uit de middeleeuwse saga De Vier Heemskinderen. Reinout was zo sterk, dat hij als enige het Ros Beiaard kon temmen.

4. Carthago was in de oudheid een belangrijke stad aan de Noord Afrikaanse kust. Carthago kon in welvaart en macht wedijveren met Rome en de twee steden waren dan ook voortdurend met elkaar in oorlog. Na eeuwen van strijd werd Carthago uiteindelijk in 146 voor Christus volledig vernietigd door het Romeinse leger en de inwoners werden op grote schaal door de romeinse soldaten uitgemoord. De kleine minderheid van de Carthaagse bevolking die deze genocide overleefde, werd tot slaaf gemaakt.

5. Tyrus en Sidon zijn twee welvarende handelssteden die worden genoemd in het bijbelboek Jesaja. De profeet Jesaja voorspelt de vernietiging van de stad Tyrus en de ontvolking van Sidon. Daarna zullen 70 jaren verstrijken voordat andere steden weer handel willen drijven met Tyrus.

6. Joost van den Vondel heeft het gedicht ondertekend alsof het gedicht is geschreven door de beursknecht. De beursknecht had het opzicht op de beurs en hij moest toezien op het naleven van de verschillende bepalingen.