Gedicht van Anthonis de Roovere – Rondeel 1
Het volgende gedicht van de beroemde vijftiende eeuwse dichter Anthonis de Roovere is een rondeel. De kracht van het rondeel zit hem in de vele herhaling.
RONDEEL
Die gheen pluymen kan en can strijcken
Die en dooch ter werelt niet
Is hy aerm, hy en sal niet rijcken
Die gheen plymen kan en can strijcken
Alomme soe heeft hy ’t achterkijcken
Hy wordt verschouen, waer men hem siet
Die gheen pluymen en can strijcken
Die en dooch ter wereldt niet.
Anthonis de Roovere
Wij kunnen ons zo voorstellen dat bovenstaande rondeel lastig lezen is voor wie niet is geoefend in het lezen van Middelnederlandse teksten. Daarom geven wij hieronder een vrije vertaling naar modern Nederlands:
RONDEEL
Hij die niet kan vleien of iemands eer kan strijken
Voor deze wereld deugt hij niet
Is hij arm, hij zal zich niet kunnen verrijken
Hij die niet kan vleien of iemands eer kan strijken
Eeuwig en altijd heeft hij het nakijken
Men schuift hem opzij als men hem ziet
Hij die niet kan vleien of iemands eer kan strijken
Voor deze wereld deugt hij niet.
Anthonis de Roovere

Bronvermelding:
Bovenstaande rondeel hebben wij overgenomen uit:
Anthonis de Roovere, 1955, De gedichten van Anthonis de Roovere; Naar alle tot dusver bekende handschriften en oude drukken, Zwolle: N.V. Uitgevers-Maatschappij, W.E.J. Tjeenk Willink
De vertaling naar modern Nederlands is van literator Robin Kerkhof.
Gerelateerd: