Liefdesgedicht van Renée Luth
een sprookje 😉
kruimelkasteel
ik ontmoette ooit een vrouw
die geen taarten of broden kon bakken
wat ze ook deed
ze hield alleen maar kruimels over
die strooide ze soms voor mijn voeten
ik telde alles wat ze van zich af wierp zorgvuldig
woog de kruimels
weekte ze tot ze kneedbaar waren
en bij mij leken te horen
ik vond dat ze beter waren dan alle andere
misbaksels die ik ooit had geproefd
ik bouwde geduldig een kasteel
met die kruimels
ik gebruikte angst als cement
en begon aan de muren
de stiltes gebruikte ik als ramen
-ik zag het toen nog niet als zwijgen-
vond deuren in haar afwezigheid
ik liet wat verdriet als slotgracht
en verzon keer op keer een ophaalbrug
zodat we elkaar zouden kunnen vinden
als ze me zou zoeken
het bleek pronken met lege handen
de bouw duurde drie jaar
maar toen het kasteel af was ontdekte ik
dat ik niet paste in dat kleine kasteeltje
tussen de kruimels en stiltes
die gingen schimmelen
de muren te dik
de ramen te blind
de deuren bleven maar klapperen
in de slotgracht verzopen zelfs de vissen
en de ophaalbrug
haalde uiteindelijk alleen nog maar haar schouders op
Renée Luth
Over het gedicht
Dichter Renée Luth noemt dit gedicht “een sprookje 😉“, maar wij lezen hier vooral een liefdesgedicht. Het gedicht gaat wel over een ongelukkige liefde, maar ook dat valt ook onder onze definitie van liefdesgedicht. Misschien hebben de redactie en de dichter allebei gelijk: het gedicht is zowel een sprookje als een liefdesgedicht.

Gerelateerd: