Sonnet van Constantijn Huygens
CUPIO DISSOLVI. OP DE DOOD VAN STERRE
Of droom ik, en is ’t nacht, of is mijn Ster verdwenen?
Ik waak, en ’t is hoog dag, en zie mijn Sterre niet.
O hemelen, die mij haar aangezicht verbiedt,
spreek mensen-taal en zeg, waar is mijn Sterre henen?
De hemel slaat geluid, ik hoor hem door mijn stenen,
en zegt, mijn Sterre staat in ’t heilige gebied,
waar zij de Godheid, waar de Godheid haar beziet,
en, voegt het lachen daar, belacht mijn ijdel wenen.
Nu, dood, nu snik, meteen verschenen en voorbij,
nu, doorgang van een steen, van een gesteen, ten leven,
dun schutsel, sta nabij, ‘k zal ’t u te dank vergeven;
kom dood, en maak mij korts van deze koortsen vrij.
‘k Verlang in ’t eeuwig licht te zamen te zien zweven
mijn heil, mijn lief, mijn lijf, mijn god, mijn Ster en mij.
Constantijn Huygens (1596 – 1687)
Over het gedicht
Bovenstaande sonnet gaat over de overleden vrouw van Constantijn Huygens: Susanne van Baerle. ‘Sterre’ is het koosnaampje dat Constantijn voor Susanne gebruikte.
De dichter Constantijn Huygens schreef het gedicht binnen een jaar na overlijden van zijn vrouw. Daarom kan dit gedicht zowel gelezen worden als liefdesgedicht en als rouwgedicht.
Constantijn en Susanne waren tien jaar getrouwd en zij schonk hem vijf kinderen. Zij overleed in 1637 kort na de geboorte van hun jongste dochter.

Bronvermelding
Bovenstaande sonnet van Constantijn Huygens hebben wij overgenomen uit:
Constantijn Huygens, 1984, Dromen met open ogen; Een keuze uit de gedichten, Amsterdam: Querido’s Uitgeverij B.V.Bronvermelding
Gerelateerd:
Andere 17e eeuwse dichters:
Bundels van bekende sonnettenschrijvers
Het sonnet is één van de populairste dichtvormen in de Europese literatuur. Hieronder vind je een aantal publicaties van bekende sonnettenschrijvers. Sommige bundels bestaan volledig uit sonnetten en in andere bundels staan er naast sonnetten ook gedichten in andere dichtvormen.