Wat is een sonnet?
Definitie van sonnet
Een sonnet is een rijmend gedicht van 14 regels. In een sonnet zit meestal een wending. Deze wending zit vaak net over de helft of tegen het einde van het sonnet.
Toelichting op definitie van sonnet
Het sonnet is in Italië ontstaan tijdens de Renaissance. Daarna verspreidde deze dichtvorm zich over Europa waarbij er verschillende varianten ontstonden. De belangrijkste vormen zijn het klassieke sonnet, het Engels sonnet en het modern sonnet. Iedere variatie kent zijn eigen structuur, maar daarbinnen kan het rijmschema variëren.
Zo bestaat een klassiek sonnet altijd uit twee kwatrijnen en twee terzinen, maar daarbinnen kan het rijmschema variëren. Het meest traditionele rijmschema is: abba abba cdc dcd. Echter in de praktijk komen andere rijmschema's zo vaak voor, dat afwijkingen van het traditionele rijmschema meer regel zijn, dan uitzondering.
Een voorbeeld van een klassiek sonnet dat dicht bij het traditionele rijmschema blijft, is het volgende gedicht van J. Slauerhoff:
Outcast
‘t Breed grauw gelaat van de Afrikaanse kust.
Na eeuwen van een ondoorgrondelijk wee
Gekomen tot een onaantastbre rust,
Staart steil terneer op de gekwelde zee.
Ons blijft ‘t verneedrend smachten naar de ree.
Geen oceaan heeft onze drift gebluscht,
En niets op aard, ook zwerven niet, geeft rust,
En de eenige toevlucht de prostituée.
Bij haar die achter iedre haven wacht
– Altijd een andre en toch steeds dezelfde –
Wordt ons heimwee tijdlijk ter dood gebracht.
En ook de sterrenheemlen die zich welfden
Over ons trekken, andre iedren nacht,
Zij eindlijk saamgeschrompeld tot één zelfden.
Het rijmschema van dit gedicht is: abab baab cdc dcd. Dit betekent dat de afwijking van dit gedicht ten opzichte van het traditionele rijmschema zich beperkt tot het eerste kwatrijn. Daarmee blijft dit gedicht van Slauerhoff veel dichter bij het traditionele rijmschema voor een sonnet dan zijn meer beroemde gedicht Woningloze.
TIP: De bundel Verzamelde gedichten bevat alle gedichten van J. Slauerhoff. Een musthave voor iedere Slauerhoff-liefhebber.
Liefdesgedichten in sonnetvorm
Sinds het ontstaan van het sonnet tijdens de Italiaanse renaissance gebruikte men deze dichtvorm eeuwenlang vrijwel uitsluitend voor liefdesgedichten. Een voorbeeld van een liefdesgedicht in de vorm van een sonnet is het volgende beroemde gedicht van de zeventiende eeuwse dichter P.C. Hooft:
‘Mijn lief, mijn lief, mijn lief.’ Zo sprak mijn lief mij toe,
dewijl mijn lippen op haar lieve lipjes weidden.
De woordjes alle drie, wel klaar en wel bescheiden,
vloeiden mijn oren in, en roerden (‘k weet niet hoe)
al mijn gedachten om, staag malend, nimmer moe;
die ‘t oor mistrouwden en de woordjes wederleiden.
Dies ik mijn vrouwe bad mij klaarder te verbreiden
haar onverwachte reên; en zij verhaald’ het doe.
O rijkdom van mijn hart, dat overliep van vreugden!
Bedoven viel mijn ziel in haar vol hart van deugden.
Maar toen de morgenstar nam voor den dag haar wijk
is, met de klare zon, de waarheid droef verrezen.
Hemelse goôn, hoe komt de schijn zo na aan ‘t wezen,
het leven droom, en droom het leven zo gelijk?
De gewoonte om de dichtvorm sonnet alleen te gebruiken voor liefdesgedichten veranderde aan het begin van de twintigste eeuw. Tegenwoordig kan alles als onderwerp dienen voor een sonnet. Het eerder geciteerde sonnet Outcast van J. Slauerhoff heeft bijvoorbeeld niets met de liefde te maken, maar gaat meer over het gevoel je nergens thuis te voelen.
TIP: In Ik heb de liefde lief heeft dichter Willem Wilmink de mooiste liefdesgedichten uit de Nederlandse literatuur verzameld in één bundel.
De wending
Een inhoudelijk regel voor de dichtvorm sonnet die de tand des tijds wel heeft overleeft, is de wending tegen het eind van het sonnet. Wat wij met een wending bedoelen, kunnen wij wellicht het beste uitleggen aan de hand van een voorbeeld. Neem het volgende gedicht van Geert Zomer:
De sonnettenschrijver
Hij wilde graag sonnetten schrijven,
woorden schikken in een klassieke vorm.
Zinnen die bij hun lezers zouden beklijven,
ze wikken en wegen volgens de norm.
Maar het liefst wilde hij lekkere wijven,
om te beminnen, in Harderwijk of Benidorm.
Hij zocht ze op stranden, die naakte lijven,
om ze desnoods te verdoven met chloroform.
Hij was niet bij machte er één te versieren.
Een heerlijke snol of lekkere del?
Hij wist het telkens te verstieren.
Floor, Sandra, Annabel, Pia of Nel,
ze wezen hem af, die vervelende klieren.
Maar sonnetten schrijven, dat lukte hem wel!
In dit gedicht zitten meerdere wendingen. De eerste wending komt al direct na het eerste kwatrijn. De eerste vers van het gedicht gaat namelijk over één ding dat hij graag zou willen doen (sonnetten schrijven) en de tweede vers gaat over iets totaal anders dat hij wil doen (wijven versieren). Deze twee dingen liggen zo ver uit elkaar, dat je kan zeggen dat hier sprake is van een tegenstelling.
Een wending zo vroeg in een sonnet komt niet vaak voor, maar het is ook niet verboden. Echter de meest gebruikelijk plek voor een wending in een sonnet is na het tweede kwatrijn of na de eerste terzine. Ook in dit sonnet van Geert Zomer komt na het tweede kwatrijn een belangrijke wending: de tegenstelling tussen wat hij zo heel graag wil en de onmacht om dit te bereiken.
De belangrijkste wending in dit gedicht komt echter met de laatste regel. De wending is hier: wijven versieren lukt hem niet, maar sonnetten schrijven dat lukt hem wel.
Metrum van een sonnet
Het metrum, of ritme, van een sonnet wordt bepaald door 5 jambes op één versregel. Een jambe is een onbeklemde lettergreep gevolgd door een beklemtoonde lettergreep.
Een versregel uit een sonnet bestaat meestal uit 5 jambes. Daarom zit er in een versregel van een sonnet vaak zo'n 10 lettergrepen. Een regel in een gedicht met een dergelijk ritme en lengte heet een vijfvoetige jambische versregel.
Overigens komt het zelden voor dat elke versregel in een sonnet exact voldoet aan bovengenoemde stramien. Vaak hebben de versregels één lettergreep meer of minder en is ook het ritme net wat anders. De vijfvoetige jambische versregel moet je dan ook meer zien als een richtlijn, dan als een harde eis.
Verschillende sonnetvormen
Het sonnet is ontstaan in Italië en heeft zich vervolgens over de wereld verspreid. Oorspronkelijk kende een sonnet altijd de structuur van twee kwatrijnen en twee terzinen en deze variant noemen wij daarom ook wel klassiek sonnet. Later bedachten dichters andere structuur voor een gedicht van 14 regels en zo ontstonden er andere sonnetvormen.
De meest populaire sonnetvormen zijn:
Nieuwsbrief Poëzie verrijkt het leven
Gefeliciteerd, jij bent bij het einde van dit lange artikel aangekomen over het sonnet als dichtvorm. Daarmee heb je bewezen geïnteresseerd te zijn in poëzie.
Wij willen je nu vragen om je aan te melden voor onze gratis nieuwsbrief Poëzie verrijkt het leven. Dit is een niet-commerciële nieuwsbrief waarin wij iedere keer een interessante dichter of een poëtisch thema behandelen.
Gerelateerd:
Sonnetten van Nederlandse dichters